Ik ben op vakantie in Normandie en zit op mijn terras voor
het huis, aan de overkant scharrelt een oude man rond in de tuin van een enorm
huis. In en uit de garage en dan loopt hij naar de schuur. Ik begin te mijmeren
dat op deze manier oud worden toch niet zo heel erg moet zijn. Er wonen nog
twee mensen in dat huis, en ik neem maar voor het gemak aan dat dat een zoon of
dochter met partner moet zijn. Die zorgen dus voor hem. Mijn fantasie gaat met
me op de loop. Je woont in Frankrijk, je hebt een lieve dochter die je in huis
neemt als je heel oud bent, je woont vlak bij het strand en je kan de hele dag
in de tuin rondscharrelen. Goh, wat wil je nog meer. En dan loop je een dag te
wandelen op je geliefde strand en Beng, je gaat hemelen. Dit roep ik ook nog
maar even naar de meegekomen familieleden die allemaal in het zonnetje een boek
zitten te lezen. Ze kijken allemaal een beetje meewarig naar mij. Ze hebben
natuurlijk geen flauw idee waar mijn fantasie vandaan komt. Ik kom hier in
Nederland bij veel dametjes op bezoek in verpleeghuizen en verzorgingshuizen.
Mijn tante woont dan nog in haar eigen huisje maar dat is toch wel een
uitzondering. En volgens mij gaat er niets boven wonen in je eigen huis, of dus
zoals deze oude man, in huis met een van je kinderen. Ik blijf doorfantaseren
in mijn ligstoel op het terras. Stel nu dat deze man Alzheimer heeft, dan weet
hij helemaal niet meer dat hij in zo’n fantastische omgeving woont, vlakbij het
strand. En dat hij iedere dag van de tuin naar zijn schuurtje loopt. Voor hem
is het dan helemaal niet zo bijzonder. Mijn moeder zou het in het begin van
haar Alzheimer geweldig hebben gevonden. Maar dat zou al snel weggegleden zijn.
Weg uit haar hersenen. Zij heeft de
laatste jaren van haar leven in het verpleeghuis doorgebracht. Dus ik hoop dat
deze oude man in het besef is van hoe veel geluk hij heeft. Ik denk het niet,
voor hem is het waarschijnlijk heel gewoon. Ook goed, denk ik. En dan gaat mijn
fantasie de andere kant op: stel dat die kinderen helemaal niet aardig voor hem
zijn, maar hem juist naar buiten sturen zo van : “Pa, word het niet eens tijd
dat je in het schuurtje gaat kijken?” En blijf voorlopig een tijdje weg”. Dat
ze hem eigenlijk zat zijn, maar in zijn huis wonen. En hem dus niet weg kunnen
sturen. Op dit moment zie ik dat de jongere vrouw liefdevol een arm om hem heen
slaat. En hem de trap op helpt. Gelukkig denk ik, hij heeft het goed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten